Antieke Zeeuwse gouden oorbellen (steenbellen)

Negentiende-eeuwse oorbellen, zogenaamde ”steenbellen” (driedelige oorbellen waarbij in het bovenste en onderste deel een steentje is verwerkt) of “vierkante bellen” zoals gedragen in het Land van Cadzand (Zeeland). Gemaakt in 14k goud met een vierkant filigrain bovenstuk bezet met een vierkante gefaceteerde granaat, het driehoekig filigrain middenstuk met twee hoornen des overvloeds. Hieronder een rechthoekig onderstuk dat is bezet met een vierkante gefaceteerde granaat. Onderaan vier bewegende bladvormige pampels. Meesterteken van J. Strijbis, Roosendaal (1822-1845).

Gouden, zilveren en vergulde streeksieraden werden in de 18e en 19e eeuw in Nederland volop gedragen. Deze oorbellen worden niet in het oor gedragen maar aan de kanten muts - ze worden in een lusje in de ondermuts gehaakt en hangen langs de wangen in de voorstrook van de muts. Aan deze mutsenbellen zijn oorhangers bevestigd.

Nederland, circa 1840